Het welzijn van kinderen en gezinnen in een digitale wereld
Een vierdimensionaal model
Dit rapport onderzoekt het verband tussen het steeds toenemende gebruik van connected technologie en welzijn binnen gezinnen.

Wat zit er in het rapport?
wij hebben opdracht gegeven Dr. Diane T Levine aan de Universiteit van Leicester om na te denken over hoe we digitaal welzijn binnen gezinnen definiëren. Dit rapport stelt voor dat het, gekaderd als 'welzijn in een digitale wereld', de relatie tussen digitale participatie over vier dimensies van welzijn omvat: ontwikkelingswelzijn, emotioneel welzijn, fysiek welzijn en sociaal welzijn.
Online zijn, in een wereld die wordt gemedieerd door digitale technologieën, biedt aanzienlijke voordelen voor kinderen en jongeren. Dit wordt al erkend door degenen die belang hebben bij hun welzijn - hun families en de professionals en gemeenschappen die hen ondersteunen. Digitale interactie is in feite bijna onmisbaar geworden voor deelname en vooruitgang in de moderne wereld, en de ontwikkeling van deze vaardigheden is een essentieel onderdeel van de voorbereiding op het volwassen leven.
De pandemie heeft samenlevingen de kans geboden om af te stappen van debatten over 'digitaal welzijn' en naar het meer genuanceerde concept van 'welzijn in een digitale wereld'. 'Digitaal welzijn' impliceert digitaal gemedieerd welzijn als onderscheidend en met duidelijke grenzen. 'Welzijn in een digitale wereld' daarentegen erkent de gecompliceerde wereld waarin onze kinderen en jongeren groeien en veranderen en biedt een aantal kansen.
Het rapport bevat ook citaten van de auteurs, Diane Thembekile Levine, Alison Page, Effie Lai-Chong Law en Michelle O'Reilly.
De vier dimensies van digitaal welzijn binnen gezinnen
Er zijn veel manieren om welzijn te definiëren en te meten. Op basis van de bredere literatuur en onze gesprekken met 31 mensen uit meerdere sectoren, stellen we voor dat digitaal welzijn wordt beoordeeld aan de hand van vier dimensies, namelijk:
- Ontwikkelingswelzijn
- Emotioneel welzijn
- Fysiek welzijn
- Sociaal welzijn
Dit rapport is ontwikkeld en gevalideerd door middel van een literatuuronderzoek en door overleg met belanghebbenden uit de onderwijssector, de technologie-industrie, het beleid, de academie, de derde sector, de mediasector en lokale overheden. Internet Matters nam het model vervolgens mee naar ouders en tieners in een reeks focusgroepen om de toegankelijkheid te begrijpen, hoe goed de vier dimensies resoneerden en hoe ze begrepen dat hun welzijn werd beïnvloed door hun digitale leven.
Uit deze gesprekken bleek dat er enige onzekerheid bestond over de term 'welzijn', met name voor kinderen waar het minder vaak werd gebruikt. Er was echter een breed begrip van de betrokken concepten en de deelnemers waren universeel in staat om enige potentiële impact van de digitale wereld op de individuele
en het welzijn van een gezin. Deze fase van het onderzoek gaf ook een vroeg begrip van de verschillen die binnen gezinnen worden waargenomen, afhankelijk van de opvoedingsstijl en de houding ten opzichte van technologie. Degenen met strengere regels op digitaal
toegang voor hun kinderen was gericht op het reguleren van de schermtijd van hun kinderen, terwijl ouders met een mildere benadering van het gebruik van technologie de neiging hadden om meer open gesprekken te voeren en positief betrokken te zijn bij de digitale wereld van hun kinderen.
Voor oudere tieners beschreven ze hun online leven als effectief onlosmakelijk verbonden met hun niet-digitale leven. Ze waren zich vooral bewust van de mogelijkheden die het biedt om een actieve burger te zijn en met de wereld om te gaan op een manier die alleen digitale media kunnen bieden. Over het algemeen gaven deze groepen redelijk vertrouwen dat de essentie van deze vier dimensies geldig is vanuit het perspectief van degenen met wie we spraken, zonder significante weglatingen.
Wat het proces aan het licht bracht, was een verschuiving in het bredere landschap van 'digitaal welzijn' naar 'welzijn in een digitale wereld'. Deze subtiele verandering vertegenwoordigt uitdagingen en kansen voor diegenen die attitude- en gedragsverandering willen bewerkstelligen.
Het eerste impliceert digitaal gemedieerd welzijn als apart, en daarom gemakkelijker gericht door middel van interventie.
Dit laatste impliceert een erkenning van de multi-systemische context waarin kinderen en jongeren leven, en waarin complexiteit moet worden verantwoord in elke analyse-eenheid. Toekomstige onderzoeksfasen zullen een balans moeten vinden tussen het pragmatisme dat nodig is om interventies te ontwikkelen en uit te voeren – met name voor zelden gehoorde groepen – en die complexiteit.