Digitaal ouderschap

Hoewel ze erkennen dat ze in deze rol moeten worden ondersteund, zien ouders zichzelf als de eerste verantwoordelijke voor het helpen van kinderen om online positieve ervaringen op te doen, ongeacht de leeftijd van hun kind. Dit wordt moeilijker naarmate kinderen ouder worden en digitaal bewuster worden en mogelijk meer kennis hebben dan de ouders zelf. Terwijl kinderen hun digitale onafhankelijkheid uitoefenen en ouderlijk toezicht wegglipt, proberen ouders nog steeds gesprekken te voeren over het digitale leven van hun kind, maar zeggen dat ze hulp nodig hebben om dit effectief te doen.

Zes op de tien ouders vinden dat ze thuis een goede balans hebben in het gebruik van digitale apparaten. In huishoudens waar dit het geval is, voelen ouders zich zelfverzekerder en beter geïnformeerd over online veiligheidskwesties en hebben ze er ook meer vertrouwen in dat hun kind weet hoe het online veilig kan blijven. Ouders en kinderen leren elkaar vaker digitale vaardigheden en ouders vinden dat het gebruik van technologie en internet door hun kind een positieve invloed heeft op hun algehele welzijn.

Omgekeerd, in huishoudens waar de tijd vaak alleen op apparaten wordt doorgebracht in plaats van dingen samen te doen en waar kinderen zeggen dat hun ouders hun telefoon gebruiken wanneer ze met hen proberen te praten, laat onze Index zien dat er een sterk negatief effect is op het welzijn van kinderen. In deze huishoudens voelen ouders zich minder vaak verantwoordelijk voor het feit dat hun kinderen positieve ervaringen online hebben.

Ouders gebruiken een breed scala aan controles om de online activiteiten van kinderen te beheren, waarbij discussie en duidelijke regels in grotere mate worden gebruikt dan het instellen van fysieke limieten of controles. Ouders die geen vertrouwen hebben in het gebruik van tools en controles, zijn minder in staat om hun kinderen te ondersteunen bij problemen met online veiligheid en hebben meer kans dat technologie een negatief effect heeft op het welzijn van hun kinderen.

Het aantal controles dat door ouders is ingesteld om de online activiteiten van hun kind te beheren, is geen sterke indicator van digitale welzijnsresultaten; belangrijker is dat kinderen het gevoel hebben dat hun ouders betrokken zijn bij wat ze online doen en met hen praten over hun ervaringen.

Ouders zien veel uitdagingen bij het bijhouden van technologie en het online leven van hun kinderen, en zijn op zoek naar een scala aan ondersteuning, waaronder meer informatie van scholen, de apps en platforms die hun kinderen gebruiken en van de overheid. Deze behoeften worden minder direct erkend in gezinnen waar ouders geen digitale vaardigheden hebben of thuis een slechte digitale balans hebben, waar hun prioriteiten misschien anders zijn, maar waar deze ondersteuning voor het digitale welzijn van kinderen het meest nodig lijkt.